Standaard van de kleurmuis
Hieronder vind je de standaard van de kleurmuis waarbij de standaard van de K.L.N. als bron gebruikt is.
Voor de juiste en volledige standaard verwijzen wij je naar de standaard van de
Kleindier Liefhebbers Nederland (K.L.N.).
Het is niet toegestaan om de onderstaande standaard te kopiëren of ergens anders te gebruiken.
Leeftijd
Kleurmuizen die voor een keuring ingeschreven worden moeten een minimum leeftijd van 8 weken hebben.
Tot 10 weken moeten zij als jong ingeschreven worden en vanaf 10 weken als oud.
Hanteerbaarheid
Kleurmuizen die niet hanteerbaar zijn, worden niet beoordeeld en derhalve niet bekroond.
Puntenverdeling
Puntenverdeling |
Agouti |
Eénkleurige |
Wit ro/do |
Tek/Uitm. |
1. Type en bouw |
20 |
20 |
20 |
20 |
2. Kop, ogen en oren |
10 |
10 |
10 |
10 |
3. Beharing en beharingsconditie |
10 |
10 |
10 |
10 |
4. Dek- en buikkleur |
15 |
- |
15 |
15 |
4. Buikkleur |
- |
15 |
- |
- |
5. Tussen-, onderkleur van dek- en buikkleur |
15 |
- |
15 |
15 |
5. Buikkleur |
- |
- |
- |
- |
6. Uitmonstering, bogen en aalstreep |
15 |
- |
- |
- |
6. Tussen- en onderkleur van dek- en buikkleur |
- |
15 |
- |
- |
6. Oren en staart |
- |
- |
15 |
- |
6. Tekening c.q uitmonstering |
- |
- |
- |
15 |
7. Lichaamsconditie en verzorging |
15 |
15 |
15 |
15 |
Totaal |
100 |
100 |
100 |
100 |
Puntenverdeling |
Satijn |
Borstelhaar |
Landhaar |
Langhaar satijn |
1. Type en bouw |
20 |
20 |
20 |
20 |
2. Kop, ogen en oren |
10 |
10 |
10 |
10 |
3. Beharing en beharingsconditie |
10 |
10 |
10 |
10 |
4. Dek- en buikkleur |
15 |
15 |
- |
- |
4. Kleur en kleurverdeling |
- |
- |
15 |
15 |
5. Tussen en onderkleur en/of tekening |
15 |
15 |
- |
- |
5. Kop, lichaamsbeharing en sleep |
- |
- |
15 |
15 |
6. Beharingstructuur en glans |
15 |
- |
- |
- |
6. Kam en rozetten |
- |
15 |
- |
- |
6. Beharingstructuur en dichtheid |
- |
- |
15 |
- |
6. Beharingstructuur, glans en dichtheid |
- |
- |
- |
15 |
7. Lichaamsconditie en verzorging |
15 |
15 |
15 |
15 |
Totaal |
100 |
100 |
100 |
100 |
Type en bouw
De muis moet zoveel mogelijk het maximum gewicht en lengte bezitten, echter zonder grof en/of vet te worden.
Het volwassen en volgroeid dier heeft een lichaamslengte, inclusief kop, van 13-16 cm. Het gewicht voor een
volgroeid dier is 50-70 gram. Het lichaam is slank, met een goede lengte, de borst is breed, de buik droog, iets
opgetrokken en vrij van plooivorming. Kop, lichaam en staart dienen met elkaar een vloeiend geheel te vormen.
De staart is dik aan de basis, verdunt zich geleidelijk, en eindigt in een punt. De staartlengte is gelijk aan de
lengte van het lichaam en kop samen of langer.
De voervoeten hebben 4 tenen en een rudimentair duimpje. Aan de achtervoeten bevinden zich 5 tenen.
De snorharen zijn lang en recht.
Kop, ogen en oren
De kop mag niet te spits zijn, is breed in de schedel en enigszins gebogen. De oren zijn groot, en staan recht
op en zijn zo ruim mogelijk ingeplant, open gedragen en fraai afgerond. Een grote afstand tussen de oren
laat ook een breed voorhoofd zien. De ogen zijn groot, bol van vorm en puilen enigszins uit.
Beharing en beharingsconditie
De beharing is onderverdeeld in vijf varianten:
Normaalhaar: De beharing is kort en dicht ingeplant en over het gehele lichaam van een gelijke lengte. De beharing moet zacht, glanzend en gesloten zijn.
Normaalhaar satijn: De beharing is van normale lengte, zeer dicht ingeplant en van een uiterst dunne doorzichtige stevige structuur. De satijnglans si tot de haarwortel zichtbaar. De glans, structuur en dichtheid zijn van een groot belang.
Borstelhaar: De beharing is warrelig en iets langer dan de normale beharing. Vanaf het midden van de rug tot op de achterhand bevindt zich een opstaande kam, en op elke heup moet een rozet aanwezig zijn. Meerdere rozetten en rozetten op de voorhand zijn ideaal.
De rozetten hebben een speldenknopgroot centrum en waaieren in een regelmatige ronde vorm uit. In de flanken staat de beharing verticaal op het lichaam.
Langhaar: De beharing mag niet stug zijn en dient te glanzen. De mannelijke dieren hebben de langste beharing en laten duidelijk een scheiding op de rug zien, waardoor het haar op beide zijden afhangt. De beharing is dicht en vol ingeplant. Ze is zacht en zijdeachtig van structuur. De beharing is zo lang mogelijk, de minimum lengte bedraagt 1,5 cm.
Langhaar satijn: De beharing is van een lengte als bij langhaar, zeer dicht ingeplant, uiterst fijn en doorzichtig met een zachte structuur. De beharing is zo lang mogelijk, de minimum lengte bedraagt 1,5 cm. De satijnglans is tot de haarwortel zichtbaar.
Lichaamsconditie en verzorging
De kleurmuis moet een nieuwsgierige en levendige indruk geven met helder kijkende ogen. Ze dient in geen
geval dik of vet te zijn en te ruim in het vel.
Lichte fouten: Iets afwijking in type en/of bouw. Een lengte en/of een gewicht te dicht bij het minimum
voorgeschreven gewicht. Iets dunne staartinplanting en/of iets korte staart. Iets smalle kop/ en of spitse snuit. Iets
vlakke schedel. Iets afwijkende oogvorm. Iets kleine oren en/of iets nauw ingeplant. Iets gevouwen oren. Iets
beschadigde oren. Iets beschadigde snorharen. Zie verder de stukken behorende bij raskenmerken in
de standaard beschrijving (cavia- en kleine knaagdieren standaard).
Zware fouten: Te veel afwijking in type en/ of bouw. Minder lengte en/of gewicht dan de
voorgeschreven eisen. Te dunne staartinplanting en/of te korte staart. Kinks en/of verdikkingen in de staart. Te
smalle kop en/of te spitse snuit. Te vlakke schedel. Te afwijkende oog vorm. Te kleine oren en/of te nauw
ingeplant. Te gevouwen en/of te beschadigde oren. Te magere of te vette dieren. Te veel huidplooi in de flanken
en/of buik. Te veel beschadigde snorharen of geheel ontbreken van snorharen. Zie verder de stukken behorende
bij raskenmerken in de standaard beschrijving (cavia- en kleine knaagdieren standaard).
Agouti's
Alle agouti kleurmuizen hebben een dekkleur met ticking welke gelijkmatig verdeeld is over het gehele lichaam.
De kleuropbouw is er doordat alle haren vanaf de inplanting een onderkleur laat zien. Bij een gedeelte van de
haren gaat deze onderkleur door tot aan de top. Bij een ander deel komt er na de onderkleur de hoofdkleur.
Bij nog een ander gedeelte volgt er na de onderkleur, eerst de hoofdkleur maar aan de top is er weer de
onderkleur, tesamen vormen zij de ticking die aanwezig is over de gehele lichaam zonder donkere of lichte
vlekken. De beenkleur is iets lichter dan de dekkleur maar moet wel ticking hebben. De buikkleur is gelijk
aan de dekkleur maar met iets minder ticking. Staart, oren, voetzolen en tenen met nagels vvertoten
pigment. Snorharen zijn recht, zijn gekleurd aan de bovenzijde als de dekkleur en aan de onderzijde
als de buikkleur.
Lichte fouten agouti's: Iets donkere of iets lichte ticking. Iets onregelmatige ticking. Snorharen anders
gekleurd dan behorend bij de hoofdkleur. Iets weinig kleur (pigment) in staart, oren, voetzolen en tenen met nagels.
Zware fouten agouti's: Te donkere of te lichte ticking. Te onregelmatige ticking. Kleur van staart, oren, voetzolen en tenen met
nagels anders van kleur dan behorend bij de hoofdkleur. Te weinig kleur (pigment) in staart, oren, voetzolen en tenen met nagels.
Eénkleurigen
Alle eenkleurige kleurmuizen hebben een beharing die uitsluitend bestaat uit haren in de genoemde hoofdkleur.
Hierdoor is er geen ticking en verschil tussen de dek- en buikkleur. De buikkleur is iets doffer aan de dekkleur.
De hoofdkleur van de beharing is over het gehele lichaam, inclusief staart en benen, gelijkmatig aanwezig.
Ze dient vrij te zijn van andere gekleurde haren.
Lichte fouten éénkleurigen: Iets zwakke onderkleur (lichter dan de dekkleur), daardoor een iets onregelmatige
kleur. Enkele anders gekleurde haren in de flanken, achter de oren en rond de anus. Iets ticking. Iets lichte staart-
en/of beenkkleur.
Zware fouten éénkleurigen: Te zwakke onderkleur (aanmerkelijk lichter dan de dekkleur), met daardoor een zeer onregelmatige dekkleur.
Te veel anders gekleurde haren in de flanken, achter de oren en rond de anus. Te veel ticking. Te lichte staart- en beenkleur.
Tekeningen / uitmonsteringen
Bij alle kleurmuizen met een tekening c.q. uitmonstering hebben ogen, oren en nagels een kleur, als behorende bij de kleur, ingeval van bont behorend bij wit,
tenzij anders vemeld.
|
|