Gerbils zijn geslachtsrijp als ze zo'n drie maanden oud zijn. Een
gezond paartje kan met vier maanden het eerste nest krijgen, want de
draagtijd is ongeveer 24 dagen.
Het gerbilvrouwtje kan jongen krijgen tot een leeftijd van ongeveer 14
tot 20 maanden. Gemiddeld zal een vrouwtje in haar leven zo'n 7 nestjes
grootbrengen. De worpgrootte is meestal 4 à 5, maar er kunnen ook wel 10
jongen geboren worden.
Een vrouwtje is tot paren bereid als ze in een bepaalde fase van haar
cyclus is, de oestrus, dan alleen is ze vruchtbaar.
Aan de paring gaat een heel spel vooraf, waarbij de dieren elkaar
wederzijds achternazitten, en af en toe met hun poten roffelen. De
dieren snuffelen aan elkaars genitaliën, en als het vrouwtje bereid is
zal ze haar achterlichaam oplichten, zodat het mannetje haar kan
beklimmen. Dit beklimmen doet hij ettelijke malen. Het mannetje moet een
vrouwtje wel zo'n 10 keer penetreren voordat hij een zaadlozing krijgt.

Een vrouwtje heeft haar meest vruchtbare periode als ze ongeveer een
jaar oud is, daarvoor en daarna zal ze minder vaak een nestje werpen, en
de worpen zullen kleiner zijn. Ook als een vrouwtje een erg groot nest
heeft gehad zal ze daarna minder vruchtbaar zijn. Dit is een natuurlijke
bescherming, zodat ze wat meer tijd heeft om aan te sterken. Meestal zal
een vrouwtje direct na de bevalling weer gedekt worden. Dit geeft geen
problemen, want doordat ze jongen zoogt wordt de bevalling wat
uitgesteld, zodat, als na ongeveer 4 weken haar jongen geboren worden,
haar eerdere nest al zelfstandig is.
Het is niet altijd goed te zien dat een gerbil vrouwtje zwanger is, soms
zie je duidelijk dat ze dikker is, maar soms ook niet, daarbij blijft
het vrouwtje even actief als altijd.
De jongen zijn, als ze geboren worden, slecht ontwikkeld, ze zijn kaal,
doof, tandeloos en hun ogen zijn nog gesloten. Ze wegen zo'n 2,5 gram en
zijn zo groot als een kleine doppinda, ongeveer 3 cm. Bij kleine worpen
zijn de jongen vaak iets groter. Hun staart is heel kort, slechts 1 cm.
Ze zijn in dit stadium volledig hulpeloos en kunnen alleen maar piepen
als ze honger hebben of koud zijn, in de hoop dat moeder snel komt.

Deze jongen zijn 12 uur oud, je kunt hun met melk
gevulde maagjes zien.
De eerste paar dagen zijn kritiek, in deze fase sterven meestal de
zwakke diertjes. Het kan zinvol zijn om de zogende moeder wat extra
eiwitten te verstrekken via bijvoorbeeld kattebrokjes of meelwormen. Om
te zien of de jongen wel gevoed worden kun je erop letten of hun maagjes
met melk gevuld zijn. De maagjes zijn dan als een witte boon door de
buikwand heen te zien. Ook de vader helpt bij de verzorging van de
jongen. Vooral als de jongen na ongeveer 10 dagen door het nest beginnen te
kruipen. Hij helpt de moeder dan met het terugbrengen van de jongen. Dit doen ze
door de dieren voorzichtig in hun bek te nemen. Ook houdt vader het nest warm.
Bij de bevalling trekt vader gerbil zich meestal discreet terug. Zo
kon het gebeuren dat mijn eerste gerbilvrouwtje haar nestje wierp in een pot die
eigenlijk te klein was voor moeder, jongen èn vader. Vader had elders in het
verblijf een ruimer nest gemaakt, daar lag hij de dag na de geboorte in zijn
eentje. Af en toe ging hij een kijkje nemen in de pot, maar het was daar echt te
krap. Hij kon het blijkbaar niet verkroppen dat hij was buitengesloten en
besloot tegen de avond één van de jongen te ontvoeren. Hij nam het diertje mee
naar zijn nest, en hield het warm en verzorgde het. Totdat moeder inzag dat het
toch wel beter was om met z'n allen bij elkaar te liggen, en toen hebben de
beide ouders alle jongen naar het nest van vader verhuist. Vanaf dit moment
hebben ze deze, en alle volgende jongen samen verzorgt.
(c) Karin van Veen
|