Standaard van de Dikstaart gerbil De voorlopige erkenning van de Dikstaart gerbil is in 2010 niet omgezet in een definitieve erkenning. Daarom komt de
Dikstaart gerbil niet in de standaard van K.L.N. voor.
Leeftijd
Dikstaart gerbils worden gemiddeld 4-5 jaar oud. Ze moeten tot 5 maand oud als jong ingeschreven worden. Daarna
moeten ze als oud ingeschreven worden.
Hanteerbaarheid
Dikstaart gerbils die niet hanteerbaar zijn, worden niet beoordeeld en derhalve niet bekroond.
Puntenverdeling
Puntenverdeling |
Agouti |
Type en bouw |
20 |
Kop, ogen en oren |
10 |
Beharing en beharingsconditie |
10 |
Dek- en buikkleur |
15 |
Tussen-, onderkleur van dek- en buikkleur |
15 |
Ticking en staart |
15 |
Lichaamsconditie en verzorging |
15 |
Totaal |
100 |
Type en bouw
Het lichaam is ovaalvormig, de nek is kort waardoor er een halsloos type verkregen wordt.
De voorbenen zijn korter dan de achterbenen. Aan de voorvoet zitten 4 tenen, de 5e teen is rudimentair aanwezig.
Aan de achtervoet zitten 5 tenen. De staart is 3 tot 5 cm lang, is dik en heeft weinig vetribbels.
De lichaamslengte is 11-15 cm, bij de mannen iets kleiner. Gewicht volwassen mannen 60-90 gram. Gewicht volwassen vrouwen 70-100 gram.
Kop, ogen en oren
De kop is breed en kort, taps van vorm. Het neusbeen moet iets gebogen zijn. De ogen zijn groot en hebben een
bijna ronde vorm. De ogen zijn zwart van kleur. De ovaal gevormde oren zijn in verhouding groot en recht
gedragen. De oren zijn fijn behaard, de haren zijn wit van kleur. De oorkleur is roze, de oorranden zijn lichter. De snorharen
zijn aan de bovenzijde van de snuit donker, aan de onderzijde wit. De nagelkleur is licht hoornkleurig.
Beharing en beharingsconditie
De beharing is zacht, glanzend mits opgepoetst met zand, anders vettig. De oren zijn lichtbehaard met
witte tot lichtgele haren. De staart is ook licht behaard met wit tot lichtgele haren. Ook hebben dikstaart gerbils
enkele zwarte oogharen.
Dekkleur en buikkleur
De dekkleur is geel met zwarte ticking. Om de ogen is de ticking lichter, en aan de achterzijde van de oren
ontbreekt de ticking. De bovenzijde en onderzijde van de staart zijn licht behaard met witte tot lichtgele haren. De
buikkleur is créme-wit tot wit. De poten vertonen geen ticking. De overgang tussen dekkleur en buikkleur moet
een zo strak mogelijke lijn zijn.
Grond en tussenkleur
De tussenkleur volgt de grondkleur. De grondkleur aan dek is donker leiblauw. De grondkleur aan de buik is wit.
Lichaamsconditie en verzorging
De gerbil moet een nieuwsgierige en levendige indruk maken met helder kijkende ogen. In de hand moet deze rustig blijven en niet agressief reageren. Dikstaart gerbils kunnen een open en vettige vacht hebben wanneer ze geen zand(bad) hebben.
Lichte fouten: Geringe afwijkingen in dek-, grond- en tussenkleur. Enkele witte haren. Lichte snorharen. Iets onregelmatige ticking. Iets donkere of zwakke ticking. Matige lijn in dek en buikkleur.
Zware fouten: Te sterke afwijkingen in dek-, grond- en tussenkleur. Te veel witte haren. Te onregelmatige ticking. Donkere nagels. Te donkere of te zwakke ticking. Ticking op staart. Donkere haren op de staart. Vloeiende overloop in buik en dekkleur.
Bron: de standaard van de voorlopige erkenning K.L.N.
|
|