
Wat je moet weten voor je verder leest:
Cuyes zijn erg mooie dieren die er aantrekkelijk uitzien. Iedereen zou
wel graag zo’n grote lieve leuke troetel cavia willen hebben! Helaas
zijn dit geen dieren die je kunt houden als troeteldier. En eigenlijk
zijn het geen huisdieren. Deze dieren hebben heel erg veel ruimte nodig
en zullen ook nooit echt tam worden. Bij teveel stress zal het dier
vroegtijdig overlijden. Oppakken en kooien verschonen KAN teveel voor ze
zijn. Ook is het erg moeilijk om goede medische hulp voor ze te vinden.
Deze dieren lijken niet op gewone knaagdieren. Zelfs niet op de cavia’s
die wij hier in Europa hebben. Dit komt omdat ze al 500 (!) jaar lang
allebei op geheel andere wijze, en voor geheel verschillende doeleinden
gefokt worden. De cuy is echt een wild dier. Ze hebben een goede en
speciale manier van verzorging nodig. Omdat ze gefokt zijn om in een zo
kort mogelijke tijd zo dik mogelijk te worden hebben ze erg snel last
van vervetting. Daardoor mag je ze eigenlijk alleen groente en kruiden
te eten geven, en één keer per week een goede kwaliteit cavia voer voor
de nodige vitamines, eiwitten en mineralen. Dit is duur! In de winter
kunnen deze kosten al snel oplopen tot ongeveer 4 euro, per dier, per
dag! Ook zullen deze dieren niet oud worden. Hooguit 2 tot 3 jaar….
Bedenk dus goed waar je aan begint! Laat je goed informeren!
De geschiedenis van de Cuy
Cuyes en onze Europese huiscavia’s hebben dezelfde voorouders. Ze komen
allebei van oorspong uit Zuid-Amerika. Door de jaren heen zijn ze alleen
op een totaal andere manier ontwikkeld. Het domesticeren van de cavia is
begonnen bij de inboorlingen in Zuid-Amerika 4000 Jaar voor Chr. Cavia’s
werden hier gebruikt voor hun vlees en voor offers aan de goden. Ook
werden de harde schedels van de cavia’s gebruikt om noten mee stuk te
slaan. Later werden Cuyes door postbodes meegenomen die te voet door de
Andes moesten reizen. Het cholesterol arme vlees van de cuy is een goede
energielevering. Ook werden ze van dorp tot dorp meegenomen als
reisproviand en als gastengeschenken. Toen de Spanjaarden, nadat zij
voet aan wal zetten in Amerika, de cavia aantroffen in de hutten van de
inboorlingen, vonden ze het eerst maar rare dieren. Zij waren degenen
die ze hebben geïntroduceerd in Europa. In het begin werden ze vooral
gehouden in dierentuinen of als rariteiten in circussen. Alleen erg
rijke mensen konden zich een cavia veroorloven. De Europeanen zagen geen
heil in het cavia vlees. Zij hadden veel grotere slachtdieren als
varkens en koeien om hun vlees vandaan te halen. Later heeft het dier
via de laboratoria zijn weg als huisdier gevonden en is het dier steeds
tammer geworden. Terwijl in Europa de dieren steeds kleiner werden door
te fokken op bouw, kleur en vachtstructuur, werd de cuy steeds groter
doordat deze gefokt werd op grootte, gewicht en robuustheid.
Tegenwoordig bestaan de volksstammen niet meer die zijn begonnen met de
cavia’s voor het vlees te houden. De cuy is in sommige landen nog altijd
een onmisbare bron van eten en inkomen. In sommige landen heeft
caviavlees zich ontwikkeld als een ware delicatesse, zoals bijvoorbeeld
in China en sommige delen van Italië.
 
Cuyes, zo groot als
een speenvarkentje...
Cuyes soorten
Voor armere mensen is de cuy een uitstekend slachtdier om te houden. Ze
hebben weinig nodig, eten alles wat groen is en worden dan ook met
keukenafval gevoerd tot ze dik genoeg zijn om op te eten. Door dit eten
van keukenafval heeft dit dier zelfs zijn naam gekregen: guinees
biggetje…. Door het jarenlange houden van cuyes op deze manier heeft
zich langzaam maar zeker de vetzuchtige, vette reuzencavia ontwikkeld
die zich in vachtstructuur, lichaamsbouw en vooral in gewicht
onderscheidt van de Europese cavia. Cuy is eigenlijk een verzamelnaam
voor vele soorten reuze rassen. In Zuid-Amerika wordt in grote
caviafarms op grote schaal gefokt met de zogenaamde “Cuy Criollo”. Dit
was het oorspronkelijke dier dat werd gehouden door de Indianen. Deze
dieren hebben spitse snuiten en vaak rode ogen. In diezelfde farms werd
het ras later veredeld tot de “Cuy Mejorado” wat iets dergelijks als ras
cavia betekent. Door de allerbeste Cuyes met elkaar te kruisen is
uiteindelijk een soort van superras ontwikkeld: De Cuy Macahuaslan.
In Zuid-Amerika word onderscheid gemaakt tussen twee verschillende
ondersoorten. Namelijk de “bracoïde” en de “brevilineo”. Deze twee types hebben
elk hun eigen kenmerken.
De brevilineo: |
De bracoïde: |
Van voor en achter even hoog gebouwd. |
|
Ze zijn compact gebouwd en hebben ronde vormen. |
Verlengd lichaam. |
Korte benen. |
|
Prismavormig hoofd. |
Erg spits hoofd. |
Groeien en “wegen” vooral in de breedte. |
Heeft z’n gewicht vooral in de lengte zitten. |
Hebben weinig last van vervetting. |
Ontwikkelt weinig spieren, maar vervet wel heel erg snel. |
Komen voornamelijk in de hogere gebieden van
de Andes voor. |
Deze dieren worden vaak in de diepere gedeeltes van de Andes
aangetroffen. |
In Zuid-Amerika bestaan verder dezelfde haarstructuren als hier, met
het verschil dat ze hier in Europa steeds meer geperfectioneerd zijn.

Finn Mc Cool (cuy
van 4 mnd oud) op de schoot van Kim en Esmee,
hij weegt daar al een kilo (foto van Desiree)
Je moet hierin natuurlijk niet vergeten dat cuyes niet zijn bedoeld om
mooi te zijn: het blijven slachtdieren.
Omdat er in Zuid-Amerika wordt gezegd dat de haarstructuur geen
invloed heeft op het vlees, maar juist
de kleur van de vacht worden er daar voornamelijk Cuyes in lichte
kleuren gefokt zoals bijvoorbeeld crème/ wit en rood / wit. Cuyes met
donkere kleuren worden voornamelijk gebruikt voor offerrituelen.
Tegenwoordig zijn ze in Zuid-Amerika nog altijd bezig om het ras te
perfectioneren. Zo is het ze bijvoorbeeld al gelukt om de vetvorming een
heel eind terug te brengen.
De Cuyes waar ze op dit moment mee verder willen zijn bij de geboorte
ongeveer net zo zwaar als onze cavia’s, zo tussen de 100 en de 150 gram.
Het grote verschil is dat de mannetjes op een leeftijd van 4 maanden al
een
gewicht van 1 kg hebben bereikt en de vrouwtjes met circa drie maanden
700 – 800 gram. De jongen van deze dieren groeien dan ook enorm!
Gemiddeld met zo’n 100 gram per week!
Waar een gewone cavia met een leeftijd van ongeveer 1,5 jaar volgroeid
is, zal een Cuy gewoon door blijven
groeien in grootte en gewicht. De grootst bekende Cuyes zijn de
“Cuyes Cobayos”. Deze Cuyes kunnen
50 centimeter in lichaamslengte worden en een maximum gewicht van
4, 650 kg bereiken. Wel zal de cuy-cavia hier in Europa altijd kleiner
blijven dan zijn broertjes en zusjes in Zuid-Amerika. Dit kun je
verklaren door
meerdere dingen. Ten eerste is natuurlijk het voer heel erg belangrijk!
Hier krijgen ze hele andere
voedingssupplementen als daar. Verder is er een groot verschil in
klimaat. Maar waarschijnlijk nog het allerbelangrijkst van allemaal is
het aantal dieren dat wij hier hebben. Hier wordt er altijd verder
gekruist met een
beperkt aantal cuyes terwijl op de grote
farms in Zuid-Amerika vaak wel 30.000 dieren per schuur zijn. Hier
worden altijd weer de besten en de grootsten uitgekozen om verder mee te
kruisen.
Gedrag en uiterlijk:
In de voorgaande hoofdstukken heb ik al het een en ander verteld over
dit aparte dier. Maar dit zijn niet de enige kenmerken die ze hebben.
Een heel bijzonder kenmerk van deze dieren is dat ze echt partners
uitkiezen en vaak hebben deze partners dan ook hele hechte banden. Veel
meer als wij van andere knaagdieren kennen. Verder zijn het echte
“kudde”dieren. In natuurlijke omstandigheden leven ze vaak met grote
groepen samen. Deze groepen worden dan geleid door de grootste en
sterkste beer, samen met zijn partner. De rest van de vrouwen in zo’n
groep worden als het ware onderverdeeld in een harem.
Ondanks dat cuyes hele sterke en grote dieren zijn, gebruiken zij hun
kracht maar weinig.
Ze zullen eerder wegkruipen en zich terugtrekken. Het zijn echte
vluchtdieren.
Dit zul je vaak genoeg terug kunnen zien in hun gedrag. Sommigen zijn
verschrikkelijk schuw en gestrest, en kun je dan ook maar beter niet
oppakken. Verder zijn ze ondanks hun soms wat logge lichaam
verschrikkelijk snel.
Een ander kenmerk wat ze meestal hebben is polydactylie. Die wil
zeggen: meer dan vijf tenen aan hun pootjes. Vroeger dachten ze in
Zuid-Amerika dat een cavia met meerdere tenen aan zijn pootjes
vruchtbaarder was dan een cavia met een normaal aantal tenen. En omdat
zij graag een zo hoog mogelijke productie wouden hebben zijn zij vooral
gaan fokken met deze dieren. Tegenwoordig is door vele onderzoeken
aangetoond dat dit niet waar is, maar nog altijd worden er meer dan bij
gewone cavia’s jonge dieren geboren met meerdere tenen aan hun pootjes.
 
Voeding:
Het soort voeding wat wij ze hier geven, en wat ze krijgen in
Zuid-Amerika is behoorlijk verschillend. Op de grote cavia farms daar
krijgen de dieren altijd een goed afgepaste hoeveelheid voeding met de
juiste voedingsstoffen en mineralen om een zo hoog mogelijke productie
te garanderen met geen of zo min mogelijk ziektes. Daar krijgen ze vaak
dingen die hier in onze landen (bijna) niet te krijgen zijn, zoals
bijvoorbeeld Sorgo, wat een grassoort is die afkomstig is van de
indianen. Verder krijgen zij vaak suikerriet, brood, gerst, alfalfa,
maïs, allerlei soorten aardappels en rijstpoeder. Allemaal met de juiste
toegevoegde hoeveelheden vitamines en mineralen.
Het is een beetje moeilijk wat je ze hier het beste kunt geven, omdat
de voedingsmarkt hier nu eenmaal niet isingesteld op Cuy-cavia’s. Wij
geven ze gewoon veel groente, elke dag een volle hand gras, een handje
goed
caviavoer per dag (en pas nieuwe als het bakje leeg is). Het vitamine C
gehalte is in deze voeding goed geregeld.
Verder is het belangrijk om ze te allen tijde hooi aan te bieden. Niet
alle Cuyes houden van hooi. Je kunt hierin ook afwisselen. Zo heb je
bijvoorbeeld ook kruidenhooi en weidehooi. Beide soorten ruiken wel
sterker en zijn vaak dan ook aantrekkelijker voor cavia’s.
Marlies
Rasker





|