De knaagdieren zijn een zeer succesvolle groep dieren. Bijna 40% van alle zoogdieren behoort tot deze orde.
Veel van de ons bekende knaagdieren zijn relatief klein. Zelfs de grootsten die
we op onze zolders, in schuren en huiskamers fokken, de cavia’s, zijn nog
bescheiden in omvang. Het kan natuurlijk altijd groter en zwaarder. Als we
binnen de suborde van de caviamorpha kijken, zien we 18 verschillende families
met daarin soorten die tot de grootsten van de nu levende knaagdierenwereld
behoren. Daaronder bevinden zich de pacarana (Dinomys branickii), goed
voor 15 kg; de mara (Dolichotis patagonum) (foto 1), 16 kg; de beverrat (Myocastor
coypus), 17 kg. De bekendste van het stel, de capybara (Hydrochaeris
hydrochaeris) kan tot wel 80 kg wegen (foto 2).

Foto 1: Jonge mara’s (foto: Gabriela Ruellan)
Gedurende de afgelopen jaren
zijn een aantal fossiele knaagdierresten beschreven die bewijzen dat het
inderdaad nog veel groter kan, althans miljoenen jaren geleden. In Venezuela
zijn fossiele resten van Phoberomys pattersoni opgegraven. Een stuk
schedel en een bijna compleet fossiel skelet. De resten stammen uit het laatste
deel van het mioceen, een tijdperk dat van 24 tot 5 miljoen jaar geleden duurde.
De resten zijn gevonden in wat in die tijd een moerasachtig gebied was.
Waarschijnlijk leefde het dier nabij of zelfs voor een deel van zijn tijd in het
water, vergelijkbaar met de huidige capybara’s. Na nauwkeurige bestudering bleek
dat deze resten van een caviamorph zijn en nauw verwant aan de nu nog levende
pacarana. Omdat het skelet zo goed bewaard gebleven is, konden de onderzoekers
een redelijke schatting maken van het gewicht van dit dier, wat ongeveer op 700
kg uitkwam! Zeg maar, maatje koe.
In 2008 is een andere kanjer uit
de familie van de Dinomydae beschreven. Van dit dier, luisterend naar de naam
Josephoartigasia monesi, is in Urugay een bijna complete schedel gevonden.
De leeftijd wordt geschat op 4 tot 2 miljoen jaar oud en ook dit dier leefde in
moerasachtige omgeving en is verwant aan de pacarana. Uit het gebitsonderzoek
bleek dat dit knaagdier zachte gewassen en misschien zelfs wel fruit at. De
schedel heeft een totale lengte van 53 centimeter, en op basis hiervan is een
schatting gemaakt van het totale gewicht van het dier. De onderzoekers denken
dat Josephoartigasia monesi 1000 kg heeft gewogen en daarmee het zwaarste
knaagdier was dat we nu kennen.
In vergelijking met de
knaagdieren die we uit onze hobby kennen, zullen deze reuzen wat rechter op de
poten hebben gestaan. Veel kleine knaagdieren hebben een hoek tussen de stand
van het boven en onderbeen. Als je niet zo zwaar bent is dit gemakkelijk op te
vangen met wat extra pezen en spieren. Echter, bij grote gewichten leidt dit tot
overmatige trekkrachten op pezen en spieren die daaronder kunnen bezwijken. Door
onder- en bovenbeen rechter op elkaar te zetten, zoals bijvoorbeeld bij de
olifant of de capybara, kunnen de poten zonder veel moeite dit grote gewicht wel
dragen.
In de knaagdier-evolutie zijn
grote soorten nooit een groot succes geworden. De overgrote meerderheid van de
soorten weegt minder 1 kg. Vergelijk dit maar eens met de hoefdieren waar we
heel veel grote soorten kennen, ook als huis- of boerderijdier. Nu wordt het
evolutionaire succes van een diersoort door veel verschillende factoren bepaald.
Op zich is een groot lichaamsgewicht energiezuinig. Kleine dieren hebben een
sneller metabolisme, en omgerekend naar hun gewicht verbruiken ze meer energie
en dus ook voedsel. Bij knaagdieren is een andere factor, predatie, wellicht
veel belangrijker dan het energieverbruik. Waarschijnlijk konden deze grote
knaagdieren niet zo gemakkelijk ontsnappen aan hun natuurlijke vijanden. Het
maken van holen, een strategie waarin de kleine knagers zeer succesvol zijn, is
met een gewicht van 1000 kg immers uitgesloten. Dan rest er alleen nog maar
vluchten wanneer je door een roofdier belaagd wordt. En daar zijn de stevige,
relatief korte knaagdierpoten van de grote soorten niet zo geschikt voor.
Na deze studies is het duidelijk
geworden dat de knaagdierenwereld heel gevarieerd is, met ontzettend kleine en
ook hele grote soorten, maar dat deze laatste het uiteindelijk niet gemaakt
hebben. Ik ben benieuwd wat er nog meer aan knaagdierennieuws verborgen ligt in
het Zuid-Amerikaanse continent.

Foto 2: Capybara (foto: Bruce McAdam)
Tekst: © Marcel van der Heyden,
2009
Bronnen:
A. Rinderknecht, R. Ernesto Blanco.
The largest fossil rodent.
Proceedings of the Royal Society B 275:923-928 (2008)>
M.R. Sánchez-Villagra, O. Aguilera, I. Horovitz.
The anatomy of the world’s largest extinct rodent.
Science 301:1708-1710 (2003)>
R. McNeill Alexander.
A rodent as big as a buffalo.
Science 301:1678-1679 (2003)>
D. Alderton.
Rodents of the word.
Blandford publisher, London 1996.
|